Afgelastingen door niet bespeelbaar veld (zie ook “Gebruik kunstgrasvelden bij winterse weeromstandigheden”)
De KNVB kan bepalen om bij extreme weersomstandigheden over te gaan tot een algehele afgelasting. Als dat niet het geval is, dan kunnen de wedstrijden ook gedeeltelijk afgelast worden.
Op zaterdagochtend en zondagochtend kan de consul van de gemeente Groningen de velden keuren. Zijn de velden goedgekeurd, maar verandert het weer ná deze keuring waardoor het veld onbespeelbaar wordt, dan mogen de clubconsul of de scheidsrechter alsnog de wedstrijd afgelasten. Bij afwezigheid van de clubconsul kunnen ook het clublid van dienst in samenspraak met een aanwezige coördinator besluiten de wedstrijd af te gelasten.
Bij een gedeeltelijke afgelasting van de velden, hebben de teams die zijn ingedeeld in een poule en die na afloop van de reguliere competitie nog een extra reeks wedstrijden moeten afwerken, voorrang op de overige teams.
Voor de te spelen wedstrijden moet (volgens de KNVB) deze volgorde worden aangehouden, waarbij geldt dat categorie A voorrang moet krijgen boven wedstrijden uit categorie B:
- Schema 18 (2een 3eDivisie Senioren: geen team bij HFC’15)
- Schema 16 (Hoofdklasse Senioren: geen team bij HFC’15)
- Schema 14 (Categorie A):
- Zaterdag 1
- Schema 12 met nacompetitie (Categorie A)
- Vrouwen 1 (3eklasse) of JO15-1 (3edivisie) of JO13-1 (3edivisie)
te bepalen door/namens het bestuur volgens vaste criteria - Zondag 2
- Vrouwen 1 (3eklasse) of JO15-1 (3edivisie) of JO13-1 (3edivisie)
- Schema 12 zonder nacompetitie (Categorie A):
- Zaterdag 2 (2eklasse, reserve) of JO19-1 (hoofdklasse) of JO17-1 (hoofdklasse)
te bepalen door/namens het bestuur volgens vaste criteria
- Zaterdag 2 (2eklasse, reserve) of JO19-1 (hoofdklasse) of JO17-1 (hoofdklasse)
- Bekerwedstrijden uit Categorie B dienen voorrang krijgen boven een wedstrijd Categorie A zonder periodetitels (zie onder!)
- Overige schema’s (10, enzovoort) (Categorie B = Senioren overige competities, Senioren 7×7, Overige jeugdcompetities):
- Zaterdag 3
- Vrouwen 3
- JO19-2 t/m 3 + MO19-1
- JO17-2 t/m 3
- JO15-2 t/m 6 + MO15-1
- JO13-2 t/m 4 + MO13-1
- JO12-1 t/m 4
- JO11-1 t/m 4 + MO11-1
- JO10-1 t/m 4
- JO9-1 t/m 7
- JO8-1 t/m 3
- JO7-1 t/m 3
- Een bekerwedstrijd uit de categorie B moet doorgaan ten opzichte van een competitiewedstrijd uit de categorie A zonder periodetitels (Vrouwen1, JO19-1, JO17-1, JO15-1, JO13-1).
- Voor wat de volgorde bij de overige teams betreft, zal in overleg tussen de bij de keuring aanwezige verenigingsvertegenwoordigers een beslissing worden genomen. Het aantal achterstallige wedstrijden van de betrokken teams, alsmede het te verwachten aantal bezoekers, zijn factoren die in dit overleg worden betrokken. Het is niet toegestaan op de wedstrijddag een wijziging in een vastgesteld aanvangsuur door te voeren.
Afgelastingen door te weinig spelers
Indien een wedstrijd moet worden verplaatst, omdat een team (eigen teams of bezoekers) te weinig spelers heeft, dan moet een wedstrijd in de A-categorie (Zat 2, VR1, Zo2, JO19-1, JO17-1, JO15-1 en JO13-1) uiterlijk 2 weken na de oorspronkelijke datum gespeeld worden. Voor Zat 1 geldt dat dit voor de eerstkomende speelronde dient te zijn. Tegenstander moet hier mee akkoord gaan en verzoek tot wedstrijdwijziging moet uiterlijk 3 dagen voor aanvang van de wedstrijd bij de KNVB zijn doorgegeven. Een verzoek kan altijd worden afgewezen door de KNVB vanwege een eerlijk competitieverloop. In de B-categorie kan in onderling overleg een nieuwe datum uiterlijk op de oorspronkelijke speeldag (voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd) worden afgesproken, deze datum mag na de oorspronkelijke speeldag zijn. Voorkomen moet worden dat de wedstrijd op TNO (Thuisteam Niet Opgekomen) of BNO (Bezoekers Niet Opgekomen) wordt gezet, met de bijbehorende boete van dien.
Inhalen van wedstrijden
Bij een algehele afgelasting zal de KNVB over het algemeen de wedstrijden opnieuw indelen.
Bij gedeeltelijke afgelasting dienen de leiders dan wel trainers zelf een datum met de bezoekende vereniging te plannen. Hierbij moeten de leiders/trainers ook zelf een veld regelen. Indien het inhalen gepland wordt op trainingsavonden dan moet dit in overleg met de trainers van de teams, welke dan niet kunnen trainen dan wel moeten wijken.
Vervolgens moet de datum én het veld doorgegeven worden aan de wedstrijdsecretaris.
Voor prioriteit voor het inhalen van de wedstrijden gelden de volgende voorrangsregels:
- Wedstrijden uit categorie A;
- Wedstrijden van teams waar nog wat op het spel staat;
- Wedstrijden van teams die een significante achterstand hebben;
- Wedstrijden van selectieteams;
- Wedstrijden van overige teams.
Gebruik kunstgrasvelden bij winterse weeromstandigheden
Het product kunstgras is in beginsel vorstbestendig. De polyethyleenvezel (PE) kan goed tegen vorst. Er zal mogelijk wel enige verharding optreden omdat het materiaal door de vorst wat stugger wordt.
Kale of droge vorst
Problemen met de bespeelbaarheid van kunstgrasvelden ontstaan eigenlijk op het moment dat er sprake is van een hoge luchtvochtigheid of als er neerslag valt. Kale of droge vorst is voor kunstgras geen enkel probleem en bespelen onder die omstandigheden dus ook niet. Een bevroren kunstgrasveld kan iets harder aanvoelen maar bij voldoende vlakheid is bespeling geen probleem.
Rijp
Rijp is de witte aanslag die wordt veroorzaakt door het neerslaan en bevriezen van de waterdamp in de lucht. Voor een kunstgrasveld is rijp technisch geen probleem. De vezel zal niet afbreken door de aanwezigheid van een dun ijslaagje. Er zal wel goed beoordeeld moeten worden in hoeverre de aanwezige rijp, zeker bij hardnekkige of ruwe rijp, gladheid van het speeloppervlak veroorzaakt. Plaatselijke lichte rijp kan eventueel worden verwijderd door met een licht sleepnet te slepen.
IJzel
IJzel is eigenlijk niets anders dan regen die bevriest zodra het in aanraking komt met een bevroren oppervlak. Er vormt zich dan een ijslaagje waardoor het oppervlak glad wordt. IJzel verdwijnt vaak binnen een paar uur, maar kan soms hardnekkig zijn. Bespeling van een beijzeld kunstgrasveld zal in de meeste gevallen tot een (tijdelijke) afgelasting leiden omdat het als gevolg van gladheid te gevaarlijk is voor de spelers.
Sneeuw
Sneeuw is voor het product kunstgras in principe geen probleem. Bespelen van een licht besneeuwd veld vormt voor een kunstgrasveld dus geen risico, maar mogelijk wel voor de sporter omdat het glad kan worden. Op een volledig besneeuwd kunstgrasveld wordt afgeraden dit te bespelen. Bespeling heeft in dit geval tot gevolg dat de sneeuw in de mat en in de rubber wordt getrapt. De temperatuur hoeft maar licht te stijgen en vervolgens weer te dalen en er vormt zich een ijslaagje. Indien er zich een ijslaag heeft gevormd, kan er zeker niet worden gespeeld.
Het in eigen beheer sneeuwvrij maken van een kunstgras voetbalveld is niet toegestaan.
In hoeverre de sneeuw of andere neerslag invloed heeft op de veiligheid van de spelers zal door de scheidsrechter moeten worden beoordeeld. Voor het veld heeft dit soort beginnende sneeuwval een directe consequenties. Echter in alle situaties zal moeten worden beoordeeld of bespeling tot gevaar voor de sporters leidt.
Opdooi
Opdooi is het verschijnsel wanneer na intreden van de dooi het dooiwater niet weg kan door een bevroren en water-ondoorlatende ondergrond. Indien bij het dooiproces water op het veld blijft staan, dan duidt dat op een afgesloten ijslaag in de constructie. Met bespeling zal dan gewacht moeten worden tot het water is verdwenen. Normaliter zal dit één tot hooguit twee dagen duren. Blijft er geen water op het veld staan en is het speeloppervlak verder droog en schoon van sneeuw, dan kan er in beginsel weer worden gespeeld. Het verdient wel aanbeveling om betreding van het veld met onderhoudsapparatuur nog enige tijd uit te stellen tot de vorst volledig is verdwenen.